De beelden van Antoinette Willems en de schilderijen van Paul Ovink vallen in de smaak bij het kunstminnend publiek.

Maar wie zijn deze baarnsche kunstenaars? Wat zijn hun achtergronden:

Paul schilderijen bijgesneden 009_web

Paul schilderijen tbv krant002_web

Paul Ovink, geb. in 1943 te Hilversum, woont en werkt in Baarn. Zijn werk is figuratief van aard, geschilderd met olie/acryl verf op doek. Hij laat zich de laatste jaren inspireren door stoffen waarvan kleur en dessin hem aanspreken. Dit gegeven vormen, in samenwerking met landschappelijke en menselijke aspecten de scènes waarin hij de toeschouwer zijn of haar eigen verhaal kan maken.

Paul genoot zijn opleiding aan de Rietveld Academie in Amsterdam, begin jaren zestig. Hij heeft nog enige tijd in de reclame en het onderwijs gewerkt, en kreeg zijn eerste tentoonstelling in 1970 bij Galerie Cesar in Baarn. Daarna volgden vele tentoonstellingen in, o.a. Kasteel Groeneveld, Galerie Mokum in Amsterdam, De Pook in Hengelo, Den Haag, gebouw 2e kamer, Singer museum in Laren, Antwerpen, Tsjechië en in ’t Spant in Bussum.

Hij is lid geweest van de kunstenaarsvereniging ‘De Kring’ in Hilversum en was mede oprichter van de ‘Beeldende Kunstenaars Baarn’. Paul heeft les gegeven in Frankrijk en Portugal en 25 jaar aan de Volks-universiteit Baarn.

In 2008 is een documentaire over het werk en restauratie van schilderijen (periode 1850-1970) van Paul Ovink gemaakt, door de Baarnsche cineast Wim Daems.

 

Antoinette Willems is geboren in 1949, woont en werkt in Baarn. Zij genoot haar opleiding in beeldhouwen aan de Werkschuit in Zeist. Haar docent was Jan Dikhoff, van hem leerde zij de kneepjes van het vak, het maken van de mens en zijn portret in steen en andere grondsoorten.

Werken met de handen en creatief bezig zijn heeft Antoinette van huis uit meegekregen. Er was altijd wel iets te repareren en zo niet dan werd er wat verzonnen. Het scheppend – en creërend vermogen is zo ontwikkeld. Daar ontstond ook de uitdaging en drang in het maken van beelden.

De techniek beheerst zij volledig. Het beeld groeit in haar handen. Het werken aan een beeld kan soms maanden duren. Met tussenposes pakt ze het op en legt het weer weg.

Beeldhouwen is arbeidsintensief en vaak wordt er tegen haar gezegd:

“wat fijn dat je zoveel geduld hebt”. Dan schudt zij haar hoofd en reageert dat het geen kwestie van geduld is, want dat heeft zij niet. Het is een onaflatende drang om te creëren, te zoeken naar….. en maar zelden is zij helemaal tevreden.

Toch geeft het beeldhouwen haar ontzettend veel voldoening, zij taalt naar niets anders. Het creatieve proces blijft haar van het begin tot het einde boeien, zelfs nog na 25 jaar.

Het beeldhouwen in verschillende materialen wisselt per periode, van hardsteen, marmer, albast, serpentijn tot ook hout. Overgave aan dit proces is een vereiste, want ieder materiaal vergt andere kwaliteiten van de kunstenaar om het te bewerken.

Bij hakken in steen is het oppassen, want wat eraf, is eraf. Ander materiaal is weerbarstig en traag. De stenen, ongeacht hun soort, zijn zwaar. Fysiek kan Antoinette ca. 35 à 40 kilo aan, zodat dit haar maximale maat is geworden waarmee zij werkt. Hout is lichter van gewicht, maar kan daarentegen een bovenmatige omvang hebben. Het werken in hout is daardoor zwaarder dan in steen, althans zo ervaart zij dat.

Het maken van de mens, ingetogen en kwetsbaar, is haar métier. Daarnaast geeft zij ook les, want het ambacht moet overgedragen worden.